Prinsjesdag 2024: Belastingplan 2025

Het kabinet heeft op Prinsjesdag de plannen voor 2025 bekendgemaakt. Hieronder een overzicht van een aantal belangrijke maatregelen.

  • Tarieven IB

In 2025 komt er een extra eerste belastingschijf. Deze schijf heeft een tarief van 35,82% en geldt voor inkomens tot €38.441. De tweede schijf geldt voor de inkomens tussen € 38.441 en € 76.817 met een tarief van 37,48%. Boven het inkomen van € 76.817 geldt er een toptarief van 49,50%.

  • MKB-winstvrijstelling

De MKB-vrijstelling wordt in 2025 verlaagd naar 12,7%. De eerder aangekondigde verlaging naar 12,03% gaat niet door.

  • BTW-tarief van 21% voor cultuur, sport, media en hotels

Het BTW-tarief voor cultuur, sport, media en hotels gaat omhoog van 9% naar 21%. Voorbeelden hiervan zijn muziek-toneelvoorstellingen, boeken, sport en musea.

  • Zelfstandigenaftrek daalt verder in 2025

De laatste jaren is de zelfstandigenaftrek versneld afgebouwd. In 2025 is dat ook weer het geval. Deze daalt van € 3.750 naar € 2.470. Ook in 2026 (€ 1.200) en 2027 (€ 900) zal de daling zich voortzetten.

  • Aanpassing hoge tarief van box 2

De verhoging van het hoogste tarief van box 2 in 2024 naar 33% wordt in 2025 weer teruggedraaid naar 31%. Tot een box 2 inkomen van € 67.804 blijft het laagste tarief hetzelfde als in 2024 (24,5%).

  • Motorrijtuigenbelasting voor emissievrije voertuigen

Op dit moment betalen bestuurders van emissievrije voertuigen geen motorrijtuigenbelasting. In 2025 is er een korting van 75%, en vanaf 2026 wordt de korting verlaagd naar 25% tot en met 2029.

  • VPB tarieven blijven hetzelfde in 2025

Net als afgelopen jaren blijven de VPB tarieven gelijk. Het lage VPB-tarief blijft 19% tot een winst een winst van € 200.000. Boven die grens blijft het tarief 25,8%.

  • Box 3 tarief blijft ongewijzigd

In tegenstelling tot eerdere berichtgevingen blijft het tarief in box 3 voor 2025 ongewijzigd op 36%.

Prinsjesdag 2023: Belastingplan 2024

Nu de regering demissionair is, zijn er geen grote ingrijpende nieuwe maatregelen getroffen.

De meest in het oog springende veranderingen zijn:

  • Inkomstenbelasting 2024

Het tarief van de laagste schijf wordt iets hoger: van 36,93% naar 36,97%. De schijf waarover dit tarief berekend wordt stijgt van e. 73.031,- naar e. 75.624,-.

  • Vennootschapsbelasting 2024

De tarieven en schijven in de vennootschapsbelasting blijven ongewijzigd op 19% tot e. 200.000,- en 25,8% daarboven.

  • MKB-winstvrijstelling

De mkb-winstvrijstelling die een ondernemer voor de inkomstenbelasting kan aftrekken van zijn winst, wordt verlaagd van 14% naar 12,7%.  

  • Zelfstandigenaftrek

Deze belastingaftrek wordt verder verlaagd van e. 5.030,- in 2023 naar e. 3.750,- in 2024. De verlaging gaat de komende jaren in stappen verder tot e. 900,- in 2027.

  • Box 2 tarief

Het huidige tarief van 26,9% wordt volgend jaar gespitst in 2 tarieven: 24,5% tot e. 67.000,- (per belastingplichtige) en 31% daarboven.

  • Reiskostenvergoeding

Vanaf 2024 mag je als werkgever voor zakelijke en woon-werkkilometers maximaal e. 0,23 per kilometer belastingvrij vergoeden aan je werknemers.

  • WKR vrije ruimte

De verhoging van het percentage over de eerste e. 400.000,- van de fiscale loonsom in 2023 naar 3% wordt weer teruggedraaid. In 2024 is de vrije ruimte 1,92% over de eerste schijf en 1,18% over het meerdere.

Prinsjesdag 2022: Belastingplan 2023

Het kabinet heeft op Prinsjesdag haar plannen voor 2023 bekendgemaakt. Wij noemen een aantal belangrijke wijzigingen:

  • Box 3 heffing

Het heffingsvrije vermogen wordt verhoogd naar e. 57.000 per belastingplichtige.

Voorts wordt  in de jaren 2023 t/m 2025 geheven naar de forfaitaire spaarvariant zoals gehanteerd in het rechtsherstel. Vanaf 2026 wordt geheven volgens een nieuw stelsel op basis van werkelijke rendementen.

Ook maakte de regering bekend dat er geen compensatie komt voor spaarders die geen bezwaar hebben gemaakt tegen definitieve aanslagen 2017 t/m 2020.

  • Oudedagsreserve

Vanaf 2023 kan de fiscale oudedagsreserve niet meer verder worden opgebouwd.

  • Zelfstandigenaftrek

De zelfstandigenaftrek zal in stappen versneld worden verlaagd van e. 6.310 in 2022 tot e. 900 in 2027.

  • Onbelaste reiskostenvergoeding

Een werkgever kan in 2023 e. 0,21 per kilometer (was e. 0,19) vergoeden aan haar werknemers. 

  • Middelingsregeling

Deze wordt per 2023 afgeschaft, waarbij over de jaren t/m 2022 nog wel kan worden gemiddeld.

  • Vennootschapsbelasting

Het tarief van de 1e schijf wordt per 2023 verhoogd van 15 naar 19%, waarbij deze schijf wordt verkort van e. 395.000 naar e. 200.000. Het meerdere wordt belast met 25,8% (was 25%).

  • Zonnepanelen

Er komt per 2023 een btw nultarief op het leveren en plaatsten van zonnepanelen.

  • Overdrachtsbelasting

Het algemene tarief – dat geldt voor niet-eigen-woningen – wordt verhoogd van 8 naar 10,4%.

Prinsjesdag 2021: Belastingplannen 2022

Nu de regering demissionair is, zijn er geen grote ingrijpende nieuwe maatregelen getroffen.

De meest in het oog springende veranderingen zijn:

  • Voordeel vennootschapsbelasting

De eerste schijf van 15% is verlengd van e. 245.000,- naar e. 395.000,-. Over het meerdere is 25% belasting verschuldigd.

  • Verliesverrekening in B.V.

Vanaf 2022 zijn verliezen onbeperkt te verrekenen met winsten van komende jaren (was tot 2021 max. 6 jaar). Tot 1 mln. kan dit volledig en voor het meerdere 50%.

  • Elektrisch rijden

Er komt een subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s (SEBA) voor met een

tegemoetkoming van 10% van de netto catalogusprijs met een maximum van e. 5.000,- per bedrijfsauto.

Voorts stijgt de bijtelling voor in 2022 aangeschafte elektrische auto’s van 12% naar 16%.

  • Zelfstandigenaftrek

De verdere verlaging van deze belastingaftrek wordt de komende jaren voortgezet. Tot 2027 is de verlaging jaarlijks e. 360,- totdat er uiteindelijk in 2036 e. 3.240,- overblijft.

  • Milieu-investeringsaftrek (MIA)

Investeren in duurzame en innovatieve bedrijfsmiddelen wordt verder gestimuleerd. De huidige percentages van 13,5%, 27% en 36% worden in 2022 verhoogd tot 27%, 36% en 45%.

  • Thuiswerkvergoeding

Vanaf 2022 mag je als werkgever maximaal e. 2,- per dag belastingvrij vergoeden aan thuiswerkende werknemers.

  • Box 3 heffing

Het heffingsvrije vermogen stijgt in 2022 van e. 50.000,- naar e. 50.650,- per belastingplichtige. De hoogste vermogensschijf (> 1.013.000,-) wordt iets zwaarder belast en de schijven eronder wat minder.     

Prinsjesdag 2020: Belastingplan 2021

Een aantal in het oog springende veranderingen per 1-1-2021:

  1. Box 3 heffing:
    • de heffingsvrije voet wordt verhoogd naar e. 50.000,- per belastingplichtige;
    • er gelden 3 schijven met percentage fictief rendement:

* van  e. 50.000,- – e. 100.000,-               1,90%

* van e. 100.000,- tot e. 1.000.000,-       4,50%

* van e. 1.000.000,- en meer                  5,69%

    • het belastingtarief wordt verhoogd van 30 naar 31%.
  1.  Overdrachtsbelasting:
    • voor starters van 18 tot 35 jaar geldt een eenmalige vrijstelling overdrachtsbelasting bij de aankoop van een eigen woning;
    • voor beleggingspanden en overige niet-eigen woningen gaat het percentage van 6 naar 8%.
  2.  Zelfstandigenaftrek:
    • versnelde afbouw van de aftrek tot e. 3.240,- in 2036.
  3. Vennootschapsbelasting- tarief:
    • e. 0,- tot e. 245.000,-       15%
    • e. 245.000,- en meer       25%
  4. Werkkostenregeling: vrije ruimte
    • tot en met e. 400.000,- loon       1,7% (was 3%)
    • boven e. 400.000,- loon              1,18% (was 1,2%)
  5. Verliesverrekening:
    • Er is aangekondigd dat per 1-1-2022 er een onbeperkte voorwaartse verliesverrekening komt (is nu 6 jaar);
    • Tot 1 mln. Is het verlies volledig verrekenbaar met de belastbare winst en daarboven 50%.

Prinsjesdag 2019: Belastingplan 2020

Ook dit jaar heeft de regering met Prinsjesdag haar voornemens voor 2020 gepresenteerd.

We noemen de voor ons meest in het oog springende veranderingen:

1) Tarieven box 1. Er gelden in 2020 de volgende inkomstenbelastingtarieven:

– 19,45% tot 34.300 euro (alleen voor Aow gerechtigden)

– 37,35% tot 68.507 euro;

– 49,50% boven 68.507 euro.

2) Zelfstandigenaftrek. Deze ondernemersaftrek wordt in 9 jaarlijkse stappen verminderd tot 5.000 euro in 2028. Voor 2020 is de aftrek 7.030 euro.

3) Aftrekposten. Naast de hypotheekrenteaftrek worden nu ook een aantal andere aftrekposten aftrekbaar tegen maximaal  46% (en niet meer max. 49,5%). We noemen: alimentatie, zorgkosten, giften en ondernemersaftrekken.

4) Werkkostenbudget. De vrije ruimte in de werkkostenregeling wordt voor de eerste 400.000 van de loonsom verruimd tot 1,7% (was 1,2%).

5) Elektrische auto. De bijtelling voor elektrische auto’s gaat in 2020 omhoog naar 8% over de eerste 45.000 van de catalogusprijs. De komende jaren wordt de bijtelling verder verhoogd tot 22% in 2026.

6) Fiets van de zaak. Voor het privégebruik van de (elektrische) fiets van de zaak moet 7% van de nieuwwaarde van de fiets bij het loon worden geteld.

7) Vennootschapsbelastingtarief.  Het belastingtarief over de eerste 200.000 euro daalt in 2020 naar 16,5%. In 2021 daalt dit tarief verder naar 15% en wordt ook het hoogste tarief lager:  21,7% (was 25%).

8) Kleineondernemersregeling Btw.  Deze regeling wordt omgevormd naar een omzetafhankelijke regeling: er kan een vrijstelling btw worden verkregen bij een omzet tot 20.000 euro per jaar.

Prinsjesdag 2018: Belastingplan 2019

Zoals gebruikelijk worden op Prinsjesdag de belastingwijzigingen voor 2019 en verder gepresenteerd.

De meest in het oog springende wijzingen zijn:

Inkomstenbelasting

*Tarief box 2: een verhoging van het box 2 tarief van 25% nu naar 26,25% in 2020 en 26,90% in 2021. Deze verhoging wordt gecompenseerd door de verlaging van de vennootschapsbelasting in die jaren.

*Rekening-courant dga’s:  vanaf 2020 worden schulden aan de eigen vennootschap voor zover meer dan e. 500.000,- belast in box 2 als dividenduitkering.

*Monumentenaftrek: de monumentenaftrek wordt vervangen door een subsidieregeling ter instandhouding van monumentwoningen.

Loonheffing

*Fiets van werkgever:  vanaf 2020 geldt er een forfaitaire bijtelling van 7% bij het loon voor een ter beschikking gestelde zakenfiets.

Vennootschapsbelasting

*Tarief vennootschapsbelasting: deze gaat in stappen omlaag: winst tot e. 200.000,- van 20% (2018) naar 19% (2019) naar 17,5% (2020) naar 16% (2021); winst vanaf e. 200.000,- van 25% (2018) naar 24,3% (2019) naar 23,9% (2010) naar 22,25% (2021).

Inkomsten- en vennootschapsbelasting

*Verliesverrekening ondernemers: bedrijven kunnen vanaf 2019 hun verliezen nog maximaal 6 jaren voorwaarts compenseren met winsten. Voor bestaande verliezen blijft de huidige regeling van hooguit 9 jaren gelden

*Beperking afschrijving bedrijfspanden: Panden in eigen gebruik kunnen vanaf 2019 nog worden afgeschreven tot 100% van de WOZ-waarde (was 50%).

Omzetbelasting

*Lage btw tarief: het 6% btw tarief wordt per 2019 verhoogd naar 9%.

*Kleine ondernemersregeling: ondernemers met een omzet tot e. 20.000,- kunnen vanaf 2020 kiezen voor een btw-vrijstelling.

Dividendbelasting

De dividendbelasting wordt per 2020 afgeschaft.

Prinsjesdag 2017: Belastingplan 2018

Het belastingplan 2018 kenmerkt zich door weinig aansprekende wijzigingen; De reden hiervoor is dat het demissionaire kabinet Rutte geen controversiële maatregelen mag aankondigen. Het wachten is dan ook op het nieuwe kabinet.

Enige aangekondige maatregelen voor 2018 zijn:

  • de heffingskortingen en belastingschijven in de inkomstenbelasting worden slechts marginaal verhoogd dan wel verlaagd;
  • de inkeerregeling voor verzwegen inkomsten en vermogen per 1 januari 2018 afgeschaft. Dat betekent dat er nadien geen boetematiging meer plaatsvindt;
  • de verhoging van de giftenaftrek voor giften aan culturele instellingen wordt met een jaar verlengd tot eind 2018;
  • de renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting om winstdrainage tegen te gaan wordt aangescherpt met een dubbele zakelijkheidstoets;
  • afschaffing van de btw-landbouwregeling per 1 januari 2018;
  • voor de bepaling van de toeslagen wordt een stijging in het inkomen van de ex-partner of medebewoner in het jaar van vertrek op verzoek niet meegenomen.

Meer over de belastingplannen 2018 lees u op rijksoverheid.nl

Prinsjesdag 2015: Belastingplan 2016

De belangrijkste wijzigingen in het Belastingplan 2016:

  • verlaging van de tweede en derde schijf van de inkomstenbelasting (wordt per 1 januari 2016 verlaagd van 42% naar 40,15%);
  • verlening van de derde schijf IB (wordt per 1 januari 2016 verlengd van € 57.584 naar € 66.420);
  • wijziging van het tarief van de eerste schijf IB (wordt verhoogd van 36,5% naar 36,55%);
  • verhoging van de arbeidskorting;
  • steilere en volledige afbouw van de algemene heffingskorting;
  • eenmalige verhoging ouderenkorting
  • herziening box 3 per 1 januari 2017 (vrijstelling naar 25.000 p.p.);
  • verhoging van de inkomensafhankelijke combinatiekorting (max. verhoogd met e. 606,-);
  • integratie S&O- afdrachtsvermindering en RDA per 2016;
  • verruiming schenkingsvrijstelling eigen woning (per 1 januari 2017 weer naar e. 100.000,-);
  • meer aansluiting tussen de LB en de IB;
  • uitzondering partnerbegrip bij opvanghuizen;
  • fiscale behandeling kinderalimentatieverplichting;
  • erfpachtstructuren in de overdrachtsbelasting;
  • heffing MRB en provinciale opcenten voor niet-ingezetenen;
  • herintroductie vrijstelling kolenbelasting voor opwekking elektriciteit.

 

Prinsjesdag 2014: Belastingplan 2015

De wijzigingen van het Belastingplan 2015 vallen mee en zijn relatief bescheiden van omvang gebleven.

We noemen de belangrijkste:

  • het afbouwpercentage voor de algemene heffingskorting gaat van 2% naar 2.32% en vanaf 2016 wordt het 3,32%;
  • de afbouwgrens voor de arbeidskorting wordt verhoogd naar € 49.900,-;
  • het eerste schijftarief wordt verhoogd van 36,25% naar 36,5%;
  • de ouderenkorting wordt per 2016 verlaagd;
  • de ouderentoeslag voor box 3 (€ 27.984 in 2014) wordt per 2016 afgeschaft;
  • de zogenoemde doelmatigheidsmarge voor de gebruikelijkloonregeling gaat van 30% naar 25%;
  • ook in 2015 kan bij volledige opname van het resterende levenslooptegoed worden afgerekend tegen 80% van de waarde;
  • het verlaagde 6% btw-tarief voor renovatie en herstel van woningen blijft gelden tot 1 juli 2015;
  • de termijn van dubbele aftrek van hypotheekrenteaftrek voor woningbezitters die hun oude woning nog niet hebben verkocht, wordt permanent drie jaar;
  • ook blijft de aftrek van hypotheekrente mogelijk voor een huis dat te koop staat en tijdelijk verhuurd is geweest;
  • de maximale periode voor de aftrek van rente op restschulden wordt verlengd van 10 naar 15 jaar;
  • de werkkostenregeling (WKR) is per 2015 voor alle werkgevers verplicht;
  • voor de WKR wordt het zogenoemde noodzakelijkheidscriterium geïntroduceerd, dit gaat gelden voor gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur;
  • onder de WKR hoeft een werkgever voortaan nog maar één keer per jaar vast te stellen wat de verschuldigde belasting voor de werkkostenregeling is;
  • zaken die eerst alleen verstrekt mochten worden, mogen vanaf 1 januari 2015 ook onbelast worden vergoed;
  • de vrije ruimte voor de WKR wordt verlaagd van 1,5% naar 1,2%.